Hond wel/niet castreren of steriliseren?

Welkom » Ziektepreventie » Hond wel/niet castreren of steriliseren?

Daar waar vroeger dierenartsen bij de hond voor teven algemeen het standaardadvies gaven om zo vroeg mogelijk te castreren (of steriliseren), is die visie de afgelopen jaren door nieuwe inzichten aan het verschuiven. Het castreren of steriliseren van de hond heeft namelijk een aantal voordelen, maar recent is vastgesteld dat voor sommige hondenrassen ook wat nadelen aan het castreren of steriliseren verbonden zijn. Daardoor dringt zich steeds meer een advies op maat op die niet alleen van invloed is op de beslissing om een hond wel of niet te laten castreren of steriliseren, maar ook op welke leeftijd dit het beste gebeurt.

Op deze pagina zullen we je daarom op een heldere manier meer uitleg geven over deze nieuwste inzichten en adviezen. Dit kan je helpen om een goede en weloverwogen beslissing voor jouw hond te maken. Voor goed persoonlijk advies voor jouw hond kun je uiteraard het beste contact opnemen met je dierenarts.


WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN CASTRATIE EN STERILISATIE?

Om te beginnen spreken we bij de hond, bij zowel de reu als de teef, over castreren en is de veelgebruikte term ‘steriliseren’ ook bij de teef een onjuiste benaming.

Bij de chirurgische ingreep om de reu en teef onvruchtbaar te maken worden namelijk bij de reu de testikels en bij de teef de eierstokken weggehaald. Dat wordt in beide gevallen castratie genoemd. Heel vaak wordt ook de term gonadectomie gebruikt, wat letterlijk zoiets betekent als ‘gonaden wegsnijden’. En de gonaden is dan weer een algemene benaming voor zowel de eierstokken als de testikels.

Bij sterilisatie wordt er geen weefsel weggenomen, maar wordt uitsluitend de eileider of zaadleider afgebonden. Een teef die daadwerkelijk gesteriliseerd zou worden wordt niet meer drachtig, maar blijft wel loops worden. De eierstokken zijn immers in dat geval nog aanwezig en dus gaat de hormoonproductie gewoon door.

In de dagelijkse praktijk gebruiken we beide termen – castratie en sterilisatie – geregeld door elkaar. Maar om hier correct te blijven zullen we bij de teef zoveel mogelijk over castratie spreken.

Bij het castreren van een hond wordt weefsel weggenomen. Bij het steriliseren wordt alleen de eileider of zaadleider afgebonden.
Castratie: links van de reu en rechts bij de teef.

WAT IS HET ADVIES VAN DE DIERENARTS?

Vroeger: alle teven op jonge leeftijd castreren

Tot voor kort gaven dierenartsen voor teven het standaardadvies om zo vroeg mogelijk te castreren. Teven die namelijk vóór de eerste loopsheid gecastreerd worden hebben op latere leeftijd een veel kleinere kans om melkklierkanker en baarmoederontsteking te ontwikkelen. Door dit advies te geven en een teef zo vroeg mogelijk te laten castreren kun je ernstige ziekte op latere leeftijd voorkomen.

Door verschillende onderzoeken zijn er echter nieuwe inzichten ontstaan. De castratie heeft nog altijd een aantal voordelen, maar recent is vastgesteld dat voor sommige hondenrassen ook wat nadelen aan castratie verbonden zijn. We bespreken dit uitvoerig op de pagina ‘Voor- en nadelen van castratie bij de teef’ en op de pagina ‘Voor- en nadelen van castratie bij de reu’.


Tegenwoordig: advies op maat

Nog steeds wegen voor de meeste teven de voordelen van castratie nog altijd op tegen de nadelen. Wel houden we bij het geven van advies tegenwoordig rekening met het hondenras en de wensen van de eigenaar. Er dringt zich dus bij castratie steeds meer een advies op maat op waarin we in sommige gevallen zullen adviseren om een teef niet of pas na een bepaalde leeftijd te castreren.

We zullen hieronder het nieuwe advies over castratie voor zowel de reu als de teef geven. Voor goed persoonlijk advies voor jouw hond kun je uiteraard het beste contact opnemen met je dierenarts.


REU WEL OF NIET LATEN CASTREREN?

Het algemene advies is om een reu niet te laten castreren als dat niet nodig is. Wel wordt aangeraden jaarlijks door de dierenarts onder andere de testikels en de prostaat te laten controleren. Bij eventuele problemen kan dan alsnog tot castratie worden besloten.

Deze intacte reu heeft geen castratie ondergaan.
Een niet-gecastreerde reu.

Castratie ter behandeling van gedragsproblemen?

Overweeg je om jouw reu vanwege ongehoorzaamheid, ongewenst gedrag of agressiviteit te laten castreren? Probeer dan eerst de effecten van castratie na chemische castratie uit. Hierbij wordt een implantaat onderhuids geplaatst die een gedurende 6 tot 9 maanden een stofje afgeeft waardoor de reu tijdelijk onvruchtbaar wordt en de testosteronproductie stopt. Vergelijkbaar dus met een echte castratie.

In de praktijk blijkt namelijk dat bij ongeveer 50% van de reuen na castratie het ongewenste gedrag nog steeds aanwezig is en bij 20% van de reuen wordt het gedrag zelfs nòg slechter. Vooral wanneer een reu vóór de puberteit gecastreerd wordt bestaat de kans dat een onzekere of agressieve hond nóg onzekerder en agressiever wordt. Bovendien heeft castratie enkel invloed op hormonaal gedrag, zoals rijgedrag, urine markeren en weglopen. Door na de puberteit eerst een chemische castratie te proberen kunnen de gevolgen van castratie beoordeeld worden. Mocht het negatief uitpakken en het gedrag zelfs slechter worden, dan is het gelukkig maar tijdelijk.


Ongewenste nestjes voorkomen

Heb je nog een vruchtbare teef in huis en wil je ongewenste dekkingen en nestjes voorkomen? Dan zou je als eerste kunnen overwegen of de honden tijdens de loopsheid van de teef apart gehouden kunnen worden. Een ander alternatief is chemische castratie van de reu. Wanneer er echt geen andere optie is wordt meestal voor de definitieve chirurgische castratie bij de reu gekozen. Voor de zekerheid is het altijd goed om vooraf even na te gaan wat de eventuele nadelen van castratie bij jouw reu zouden kunnen zijn.


TEEF WEL OF NIET LATEN CASTREREN?

KLEIN HONDENRAS (< 20 kg)

Heb je een teef waarvan je geen nestjes wenst en behoort het tot een klein hondenras(< 20 kg)? Dan is het advies om je teef op jonge leeftijd te laten castreren (dit is een juistere benaming dan het veel gebruikte ‘steriliseren’).

Een Chihuahua is een klein hondenras.

Laat je de castratie van de teef vóór de eerste loopsheid doen, dan is namelijk de kans op het ontstaan van melkkliertumoren op latere leeftijd 200 maal kleiner. Laat je jouw teef na de eerste loopsheid, maar vóór de leeftijd van 2,5 jaar castreren? Dan is het risico op het ontstaan van melkkliertumoren op latere leeftijd nog maar 15% lager. Castratie van een teef na de leeftijd van 2,5 jaar heeft geen effect meer in het voorkomen van melkkliertumoren op latere leeftijd.

Bij kleine hondenrassen is castratie vóór de eerste loopsheid mogelijk en dit vermindert het risico op melkklierkanker op latere leeftijd aanzienlijk. Controleer vooraf wel of er mogelijk toch nog nadelen kunnen zijn bij castratie vóór de eerste loopsheid.

Door castratie voorkom je daarnaast het risico op baarmoederontstekingen. Daarbij maakt het niet uit op welke leeftijd je het laat uitvoeren. Dus ook bij fokteven waar de fokcarrière voorbij is loont het zeker om nog een castratie uit te laten voeren om eventuele baarmoederontstekingen, die juist meestal op latere leeftijd ontstaan, te voorkomen.


GROOT HONDENRAS (> 20 kg) & HOOGRISICOGROEP MELKKLIERTUMOREN EN BAARMOEDERONTSTEKING

Heb je een teef die behoort tot een groot hondenras (> 20 kg) en zijn nestjes, loopsheid of schijndracht niet gewenst? Behoort het ras tot een hoogrisicogroep melkkliertumoren en baarmoederontsteking? Dan is het advies om je teef tussen de leeftijd van 12 maanden en 2,5 jaar te laten castreren. Welke rassen een verhoogd risico hebben op melkkliertumoren en baarmoederonsteking is in de tabel hieronder te lezen.

Een Leonberger is een groot hondenras.
Airedale TerriërIerse Wolfshond
Berner SennenhondLeonberger
Bull TerriërRottweiler
DobermanStaffordshire Bulterriër
Duitse DogVlaamse Bouvier
Hondenrassen met een verhoogd risico op melkkliertumoren en baarmoederontsteking (pyometra).

GROOT HONDENRAS (> 20 kg) & HOOGRISICOGROEP NADELIGE EFFECTEN CASTRATIE

Behoort jouw teef tot een groot hondenras (> 20 kg) en behoort het ras tot een hoogrisicogroep tot het ontwikkelen van nadelige effecten na castratie?

Een Golden Retriever teef heeft na castratie meer risico op vachtverandering en urine-incontinentie.

Bij deze honden wordt de voorkeur gegeven om helemaal niet te castreren en de hond jaarlijks op te volgen voor de ontwikkeling van melkkliertumoren en baarmoederontsteking.

Is castratie echt gewenst? Dan is het advies om je teef na de leeftijd van 2 jaar te laten castreren.

Nadelige effecten na castratie kunnen bestaan uit vachtveranderingen, urine-incontinentie, orthopedische problemen en een verhoogde kans op bepaalde tumoren. Op de pagina ‘Voor- en nadelen van castratie bij de teef’ zullen we bij alle nadelige effecten meer uitleg geven en zijn ook alle risicorassen per aandoening te vinden.