Voor- en nadelen van castratie bij de teef


In de volksmond wordt vaak gesproken over de sterilisatie bij de teef. Bij sterilisatie wordt alleen de zaad- of eileider afgebonden. Wanneer de eierstokken of testikels chirurgisch worden weggenomen dan is alleen de benaming castratie juist, voor zowel reu als teef.

De onderstaande informatie is afkomstig uit zowel het artikel ‘Gonadectomie 2.0: nieuwe inzichten over de langetermijneffecten bij honden’ uit het Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift maart/april 2021 van de UGent (België) en de bijscholing ‘Laten we eens een harde noot kraken’ gegeven door Mw. dr. Karin Albers-Wolthers (Dierenarts, specialist Voorplanting Universiteit Utrecht) tijdens de Klinische Avond 2021.


VOORDELEN VAN CASTRATIE TEEF

Ongewenste nestjes pups voorkomen

Het kan altijd gebeuren dat een teef onverwacht gedekt wordt en niet iedereen ziet zo’n verrassingsnestje pups zitten, vooral als je hond tot een ras behoort waarbij bevallingen moeizaam verlopen een keizersnede nodig kan zijn. Het spreekt uiteraard voor zich dat, wanneer je een intacte teef èn reu in huis hebt, de kans op nestjes al helemaal groot is. Wanneer het niet mogelijk is om beide honden tijdens de loopsheid van de teef van elkaar te scheiden is castratie meestal de enige manier om nestjes pups te voorkomen. Bij de castratie worden de eierstokken bij de teef chirurgisch weggenomen. Hierdoor wordt de teef onvruchtbaar gemaakt en kan dus geen nakomelingen meer krijgen.


Loopsheid voorkomen

Niet ieder baasje van een teef ziet de loopsheid van hun hond zitten. Een teef wordt ongeveer twee keer per jaar loops. In deze periode is de teef vruchtbaar, trekt reuen aan en verliest vaginaal bloed waardoor vaak een loopsheidbroekje nodig kan zijn om het huis schoon te houden. De loopsheid kan een reden vormen om een castratie bij de teef te overwegen.


Melkkliertumoren voorkomen

In een Zweedse studie zijn 260.000 teven tot de leeftijd van 10 jaar opgevolgd. Daarbij werd vastgesteld dat bij 13% van deze honden melkkliertumoren ontstonden. De gemiddelde leeftijd waarop de diagnose werd gesteld was 8 tot 10 jaar.

Al sinds een onderzoek in 1969 is bekend dat bij de teef onder invloed van hormonen die door eierstokken geproduceerd worden melkkliertumoren kunnen ontstaan. In ongeveer 50% van de melkkliertumoren gaat het om kwaadaardig weefsel. Uit dit onderzoek is gebleken dat het risico op melkkliertumoren aanzienlijk kleiner wordt als je de teef laat castreren, mits dat op jonge leeftijd gebeurt. Laat je een teef vóór de eerste loopsheid castreren? Dan is het risico op het ontstaan van melkkliertumoren op latere leeftijd 200 maal kleiner. Vindt de castratie na de eerste loopsheid maar vóór de leeftijd van 2,5 jaar plaats? Dan is het risico op melkkliertumoren 15 maal kleiner. Een castratie na de leeftijd van 2,5 jaar heeft geen beschermend effect meer op het voorkomen van melkkliertumoren op latere leeftijd.

Teven van sommige hondenrassen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van melkklierkanker. Dat zijn Spaniëls, Poedels en Teckels.


Baarmoederontsteking voorkomen

In een Zweedse studie zijn 260.000 teven tot de leeftijd van 10 jaar opgevolgd. Daarbij werd vastgesteld dat 19 tot 24% van de teven een baarmoederontsteking ontwikkelde. De gemiddelde leeftijd waarop de diagnose gesteld werd was 5 tot 7 jaar.

Bij een intacte teef neemt het risico op het ontstaan van baarmoederontsteking met toenemende leeftijd toe. Een baarmoederontsteking is een ernstige situatie die meestal direct een spoedeisende chirurgische behandeling vereist waarbij de eierstokken en de baarmoeder verwijderd worden. In de meeste gevallen is de baarmoeder in dergelijke situaties volledig gevuld met pus. Als er niets gedaan wordt kan de baarmoeder inwendig pus gaan lekken en dit heeft fatale gevolgen voor de teef als er niet wordt ingegrepen. Omdat baarmoederontsteking ernstig is en soms tot onverwachte hoge medische kosten leidt is het aan te raden om je teef te laten castreren.

Teven van sommige hondenrassen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van baarmoederontsteking. Van de Berner Sennenhond is dat bijvoorbeeld bekend.

Ook als je een fokteef hebt loont het om deze teef na de fokcarrière, dat is meestal na de leeftijd van 6 jaar, te laten castreren. Bij oudere teven die meerdere drachten en cycli hebben meegemaakt kan de baarmoederwand veranderingen vertonen die het risico op het ontstaan van baarmoederontsteking vergroten. Dat wordt dus voorkomen door na de fok de eierstokken en baarmoeder chirurgisch te laten verwijderen. Dit wordt ook geadviseerd voor teven die meer dan 4 keer loops zijn geweest.


Hoogrisicorassen melkkliertumoren en baarmoederontsteking
Leonberger.

In datzelfde Zweedse onderzoek is ook gebleken dat 1 op 3 honden vóór de leeftijd van 10 jaar ofwel alleen melkkliertumoren, ofwel alleen baarmoederontsteking, ofwel melkkliertumoren èn baarmoederontsteking ontwikkelde. Daarbij werd wel een rasvariatie vastgesteld, waarbij sommige rassen door een erfelijke component meer of minder risico op de ontwikkeling van deze aandoeningen blijken te hebben. Vooral grotere rassen blijken meer risico te lopen. In Zweden was het lange tijd wettelijk verboden om honden te laten castreren. Het nadeel is echter dat honden hierin alleen tot de leeftijd van 10 jaar zijn opgevolgd. Op deze leeftijd zijn honden van grote hondenrassen relatief ouder dan honden die behoren tot kleine hondenrassen. Er zal dus komende jaren echt nog veel meer onderzoek gedaan moeten worden.

LeonbergerRottweiler
Ierse WolfshondVlaamse Bouvier
Berner SennenhondDoberman
Duitse DogBull Terriër
Staffordhire BulterriërAiredale Terriër
Hoogrisicorassen melkkliertumoren en baarmoederontsteking

Schijndracht voorkomen

Bij de teef treedt 6 tot 8 weken na de loopsheid schijndracht op. Niet bij iedere teef wordt deze opgemerkt, meestal is alleen een lichte zwelling van de melkklieren te zien. Bij sommige teven kan de schijndracht wel heel vervelend verlopen. In dat geval zijn de melkklieren erg gezwollen en produceren ze melk. Ook kan een dergelijke teef nestgedrag vertonen. Omdat dit hinderlijk is kan behandeling noodzakelijk zijn en kan het een reden vormen om de teef te castreren.


Voorkomen van tumoren en cysten eierstokken

Bij castratie worden de eierstokken bij de teef chirurgisch weggehaald. Alle aandoeningen die aan eierstokken kunnen ontstaan, zoals tumoren en cysten, worden uiteraard door deze ingreep voorkomen.


Voorkomen van vaginaprolaps

Tijdens de loopsheid kan onder invloed van oestrogenen de vagina naar buiten gaan uitpuilen, dit wordt ook wel een prolaps genoemd. Dit vereist medische behandeling. Castratie kan dit voorkomen.


NADELEN CASTRATIE TEEF

Een aantal nadelen van castratie waren al bekend, maar dankzij recenter onderzoek wordt steeds beter in kaart gebracht welke risico’s er zijn en welke hondenrassen meer of minder risico lopen op het ontwikkelen van deze nadelige effecten na castratie. Dit onderzoek bevindt zich nog wel heel erg in de beginfase en nog lang niet over alles is voldoende duidelijk. Zo zijn er meerdere onderzoeken geweest, maar niet elk onderzoek is even betrouwbaar waardoor ook de conclusies die daaruit opgemaakt worden niet altijd betrouwbaar zijn. Hetgeen wat hieronder besproken wordt kan daardoor in de loop van de tijd veranderen wanneer er meer en betrouwbaardere onderzoeken zijn uitgevoerd.

Omdat er op internet veel foute interpretaties over verschillende onderzoeken verschijnen proberen we hier meer uitleg te geven over wat er tot op heden bekend is.

Verhoogde kans op overgewicht

Honden die gecastreerd zijn hebben meer kans om overgewicht te ontwikkelen, vallen moeilijker af en blijven na een dieet ook moeilijker op gewicht. Het ontwikkelen van overgewicht is slecht voor de gezondheid, aangezien het de kans op het ontstaan van o.a. orthopedische problemen, suikerziekte, huidproblemen en oververhitting in de zomer verhoogt. Maar overgewicht doet vaak ook een afbreuk aan het welzijn van een hond, omdat dit extra gewicht bewegen en spelen minder prettig maakt. Overgewicht na castratie kan dus een verminderde levensduur en een verminderde levenskwaliteit voor jouw hond tot gevolg hebben.

Gelukkig is het ontstaan van overgewicht na castratie goed te voorkomen door na de ingreep de hoeveelheid dagelijkse voeding te verlagen en de lichaamsconditie goed in het oog te houden zodat op tijd bijgestuurd kan worden voordat het overgewicht echt uit de hand loopt.


Vachtveranderingen

Meerdere factoren beïnvloeden de haarcyclus. Zoals genen, omgeving, voeding, cytokines en hormonen (androgenen, oestrogenen, prolactine).

Na castratie vallen bij de teef en de reu een aantal van deze hormonen in het lichaam weg waardoor meer ondervacht gevormd kan worden en de vacht verandert. De gecastreerde honden kunnen een wollige en minder kleurintense vacht krijgen. Het wordt ook wel een ‘puppycoat‘ genoemd. Bij bepaalde hondenrassen worden vachtveranderingen na castratie vaker gezien, zie het overzicht hieronder.

SettersBerner SennenhondBeagle
SpaniëlsNewfoundlander
Golden RetrieverHovawart
Hondenrassen met een verhoogd risico op vachtverandering na castratie.

Een verandering van vacht na castratie is niet ernstig, maar kan wel een heel onaangename verrassing zijn. Het beste wordt hiermee dan ook vooraf heel goed rekening gehouden. Bij 20% van de gecastreerde honden treedt de vorming van een puppycoat binnen 1 jaar na castratie op.


Verhoogde kans op urine-incontinentie
Golden Retriever

Uit een Engelse studie onder 100.000 teven is gebleken dat urine-incontinentie ongeveer bij 3% van de teven voor komt. Bij intacte honden komt het ongeveer bij 0 tot 1% van de honden voor. Na castratie kan deze incidentie verhoogd zijn naar 5 tot 20%. Vooral teven van meer dan 25 kg en met een lichaamsgewicht dat boven het rasgemiddelde ligt hebben meer risico op het ontwikkelen van urine-incontinentie. Daarnaast wordt urine-incontinentie meer bij oudere leeftijd gezien.

Urine-incontinentie na castratie wordt vooral gezien bij teven die tot grotere hondenrassen behoren. Ook castratie vóór de leeftijd van 6 maanden vormt een risicofactor en zou ergere urine-incontinentie veroorzaken. Urine-incontinentie kan 2 tot 5 jaar na castratie ontstaan, maar kan ook 10 jaar na de ingreep nog optreden.

Verschillende onderzoeken brengen echter wel tegenstrijdige conclusies, dus echt eenduidigheid is er momenteel nog niet.

Alle hondenrassen met > 25 kg lichaamsgewichtOld English Sheepdog
BoxerRiezenschnautzer
DalmatiërRottweiler
DobermanSpringer Spaniël
DwergpoedelVizsla
Ierse SetterWeimaraner
Hondenrassen met een verhoogd risico op urine-incontinentie na castratie teef

Hoe ontstaat urine-incontinentie na castratie bij de teef? Door het weghalen van de eierstokken valt de hormoonproductie weg, waardoor het gehalte signaalstof LH, die de hormoonproductie normaal gesproken wil stimuleren, in het lichaam toeneemt. Deze verhoogde LH in het lichaam vormt de onderliggende oorzaak van het ontstaan van urine-incontinentie, waarbij de teef de urine dus niet meer goed kan ophouden. Er bestaan wel verschillende soorten medicaties waarmee dit behandeld kan worden, maar die zijn niet altijd effectief.


Verhoogde kans op tumoren

Castratie kan bij de teef beschermend werken op de ontwikkeling van melkkliertumoren (zie de voordelen van castratie bovenaan de pagina). De afgelopen jaren is echter uit verschillende onderzoeken gebleken dat castratie bij de teef en de reu het risico op ontwikkeling van bepaalde tumoren ook kan verhogen. Dit gaat dan om de tumoren lymfoma, osteosarcoma, haemangiosarcoma, mastocytoma, mastceltumor en transitioneel cell carcinoom.

Dit is wel afhankelijk van het ras van de hond, vooral bij grote hondenrassen blijken deze tumoren meer voor te komen als de hond gecastreerd is. Ook blijkt het risico verhoogd bij castratie vóór de puberteit.

Waarschijnlijkt speelt het verhoogde gehalte aan LH door het wegvallen van de hormoonproductie ook hier een grote rol, waardoor weefsels met LH-receptoren continue geprikkeld wordt en tumoraal kan ontaarden. Een andere mogelijke theorie is dat geslachtshormonen de maligne transformatie van cellen, zoals osteoblasten en stromacellen, afremmen. Door de castratie valt deze rem weg en zouden deze cellen zich gemakkelijker tot tumorcellen kunnen veranderen. Mogelijk speelt ook IGF-1 een rol, welke na castratie afneemt.

Osteosarcoom (bottumor)o.a. Rottweilers: reu/teef
Lymfoom (lymfekliertumor)vnl. teef, ook reu / Vizsla
Hemangiosarcoom (tumor bloedvaten)ras?: reu/teef
MastceltumorVizsla: reu/teef
Verhoogd risico op tumoren na castratie

Bij de ontwikkeling van deze vormen van kanker blijft niet castratie, maar de leeftijd de belangrijkse risicofactor spelen. Hoe ouder een hond wordt, hoe groter de kans op de ontwikkeling van tumoren.


Verhoogde kans op problemen gewrichten

Bepaalde orthopedische aandoeningen blijken meer voor te komen bij gecastreerde honden. Voorbeelden zijn kruisbandrupturen, elleboogdysplasie en heupdysplasie.

Dit is vooral het geval bij grotere hondenrassen van meer dan 20 kg die gecastreerd zijn nog voordat ze volledig uitgegroeid zijn. Het risico op het ontstaan van orthopedische problemen na castratie is daarom groter wanneer een hond vóór de puberteit gecastreerd wordt, dat is bij de teef vóór de eerste loopsheid. Door het wegvallen van de hormoonproductie tijdens de groei sluiten de groeiplaten in de beenderen later waardoor botten langer worden en de ontwikkeling van gewrichten verstoord wordt.

KruisbandruptuurRassen > 20 kg / Labrador en Golden retriever / Duitse Herder
Heupdysplasie (HD)Rassen > 20 kg / Labrador retriever: teef
Elleboogdysplasie (ED)Rassen > 20 kg
Rassen met verhoogd risico op gewrichtsproblemen na castratie teef

Verhoogd risico op discus hernia

Vooral bij teven van gevoelige rassen, zoals de Teckel, is het risico op het ontstaan van een discus hernia na castratie verhoogd.


Verhoogd risico op cognitieve disfunctie

Vooral bij de oudere teef is dit risico verhoogd.


Verhoogde kans op autoimmuunziektes

Uit onderzoek blijken gecastreerde honden ook mee risico te hebben op de ontwikkeling van auto-immuunziektes zoals atopie, IMHA, thrombocytopenie, myastenia gravis, colitis, immuungemedieerde polyartritis, IBD, pemphigus en lupus erythematosus.