Voor de Nederlandse kat is het advies dat de vaccinatie en/of bescherming tegen kattenziekte en niesziekte (herpes, calici), ongeacht de levenswijze, in orde is.
Ziektes waartegen de kat gevaccineerd kan worden
Meer informatie over de genoemde ziektes waartegen katten algemeen gevaccineerd worden is onder de volgende links te lezen:
Aanvullende vaccinaties
Daarnaast kunnen katten nog aanvullend tegen andere besmettelijke ziektes gevaccineerd worden, dit is wel afhankelijk van de levenswijze van je kat.
Katten die het pension bezoeken worden het beste aanvullend gevaccineerd tegen andere verwekkers van niesziekte (Bordetella). Het pension kan dit eventueel ook zelf verplicht stellen. Wanneer je met je kat naar het buitenland reist is een aanvullende vaccinatie tegen rabiës (hondsdolheid) verplicht.
Meer informatie over de genoemde ziektes is onder de volgende links te lezen:
Katten kunnen daarnaast ook nog gevaccineerd worden tegen andere ziektes, maar deze vaccins worden niet zo frequent gegeven. Zo bestaan er ook vaccins tegen Chlamydia, dat is een andere verwekker van niesziekte bij de kat. En katten kunnen ook gevaccineerd worden tegen FeLV (leucose).
Vaccinatieschema
Kittens worden op de leeftijd van 9 en 12 weken gevaccineerd, eventueel kan dat ook later zijn. Wanneer de moederpoes goed gevaccineerd is worden de kittens vaak pas op de leeftijd van 12 en 16 weken gevaccineerd, dit heeft allemaal met de maternale immuniteit te maken. Op onze website geven we daarover bij pups uitgebreide informatie, maar voor kittens geldt hetzelfde. De laatste kittenvaccinatie wordt op de leeftijd van 12 maanden gegeven.
De vaccinatie tegen rabiës (hondsdolheid) kan vanaf de leeftijd van 12 weken gegeven worden en voor de meeste landen is deze 3 jaar geldig. Vaccinatie tegen rabiës is alleen nodig wanneer je kat naar het buitenland reist.
Volwassen katten worden jaarlijks tegen niesziekte en eventueel ook Bordetella gevaccineerd. Om de 3 jaar wordt eveneens de vaccinatie tegen kattenziekte herhaald, dit wordt dan ook wel de grote cocktail genoemd.
Alle informatie vind je in dit handige schema hieronder.
Populatie-immuniteit
Wanneer veel katten gevaccineerd zijn levert dat een grote populatie-immuniteit op. Alle katten die gevaccineerd zijn voorkomen namelijk dat een eventuele besmetting overgedragen zou kunnen worden naar niet-gevaccineerde katten, zo raakt ook indirect deze groep dieren beschermd. Hiervoor is het wel nodig dat voldoende katten gevaccineerd zijn. Momenteel worden in Nederland ongeveer 25% van de katten gevaccineerd. Het streven is dat dit percentage minimaal rond 75% zou komen te liggen omdat dit de gehele kattenpopulatie beter zou beschermen.
Dat de vaccinatiegraad onder katten (25%) een heel stuk lager is dan bij honden (55%) zien we vooral terug aan de uitbraken van kattenziekte die geregeld in het nieuws verschijnen. Een dergelijke uitbraak van kattenziekte blijft gelukkig meestal tot een bepaalde regio binnen Nederland beperkt, maar kan soms best veel ziekte en slachtoffers onder katten tot gevolg hebben.
Op de website van Imgur is een kort filmpje te zien waar het effect van populatie-immuniteit wordt uitgelegd. De gele stippen stellen de gevaccineerde dieren voor en de lichtblauwe stippen zijn de gevoelige, niet-gevaccineerde dieren. Deze gevoelige dieren kunnen een infectie (= rode lijnen) verspreiden. Je ziet dat dit veel minder en trager gebeurt wanneer een groot deel van de populatie gevaccineerd is.
Veelgestelde vragen
Hoe lang geeft de vaccinatie bescherming?
Voor kattenziekte en rabiës wordt een minimale beschermingsduur van 3 jaar gegarandeerd. De bescherming tegen niesziekte is maximaal 12 maanden aanwezig.
Is de bescherming ook, net zoals bij de hond, te meten met een titertest?
Er bestaat ook voor de kat een titertest. Uitgebreide uitleg over de voor- en nadelen van de titertest is na te lezen op onze website. We bespreken daar het titeren voor honden, maar voor katten geldt grotendeels hetzelfde. Alleen de bescherming tegen kattenziekte is met de titertest te meten.
Kan de vaccinatie bijwerkingen geven?
Soms ontstaat op de plaats van de injectie een klein bultje, dat is niets ernstigs en verdwijnt vanzelf binnen 2 tot 3 weken. Zeer zelden treedt na vaccinatie een allergische reactie op.
Bij katten kan op de plaats van de prik, ongeacht of het voor toedienen van medicatie zoals antibiotica of pijnstiller of een vaccin is, een injection site sarcoma ontstaan. Om dit risico te minimaliseren warmen we het vaccin vooraf altijd goed op en dienen we het vaccin op een plaats toe waar een eventueel sarcoom goed te verwijderen zal zijn. We spreken op een andere pagina binnen onze website uitgebreid over de mogelijke bijwerkingen na vaccinatie.