Hondsdolheid (Rabiës)

Welkom » Diensten » Vaccinatie » Hondsdolheid (Rabiës)

Hondsdolheid is een ziekte die sinds mensenheugenis wereldwijd bij dier en mens voor komt en door een virus wordt veroorzaakt. De eerste beschrijving van de ziekte stamt van ver voor onze jaartelling en dateert uit het jaar 1930 voor Christus.

Verschillende namen

De ziekte wordt ook wel Rabiës genoemd, dat is het Latijns voor ‘waanzin’. In het Engels heet het Rage en in het Duits wordt het Tollwut genoemd. Er bestaat ook een Griekse benaming voor, ‘Lyssa‘, wat waarschijnlijk de benaming is van de aanhechting van de tong, aangezien men vroeger dacht dat een wormpje onder de tong de ziekte veroorzaakte.


Ziekte bij dier en mens

Rabiës is voor zowel dier als mens besmettelijk en 100% dodelijk. Jaarlijks sterven wereldwijd meer dan 50.000 mensen als het gevolg van een infectie met rabiës.

De eerste fase bij een hond met hondsdolheid is gedragsverandering.
De eerste fase is gedragsverandering.

Een besmetting gebeurt meestal door een beet van een besmet dier. Het virus uit het speeksel dringt daarbij de wond in en kan via zenuwen de hersenen bereiken.

Honden vertonen eerst een fase van gedragsverandering. Een blije hond wordt bijvoorbeeld teruggetrokken. Daarna breekt een agressieve fase aan en tenslotte krijgen honden door verlamming moeite met slikken en ademen.

Een infectie met rabiës bij de mens zorgt voor het ontstaan van kramp in de spieren, stuipen, verlamming en daardoor moeite met slikken en ademen. Soms wordt iemand met rabiës bang voor water.


Rabiës in Nederland

Tot 1923 kwam in West-Europa rabiës onder de hondenpopulatie voor, dat werd ook wel urbane razernij genoemd. Deze besmette honden brachten het virus op mens en dier over. Dankzij allerlei maatregelen, zoals het bestrijden van zwerfhonden, verdween deze vorm van razernij. Na1923 kwam rabiës zodoende in Nederland nog maar sporadisch bij dieren voor.


Na 1945

Na de Tweede Wereldoorlog tekende zich in West-Europa echter een nieuwe vorm van razernij af, namelijk razernij bij wilde dieren en dan met name binnen de vossenpopulatie. Dit werd ook wel de sylvatisch razernij genoemd. Deze ziektevorm heeft zich vanuit de Oostbloklanden, vooral uit Polen, geleidelijk als een olievlek naar Duitsland verspreid. Na de Tweede Wereldoorlog hadden enkele factoren bijgedragen tot een explosieve groei van het aantal vossen. Vossen kunnen zich niet alleen snel voortplanten, maar zijn ook in staat verwoeste gebieden in te nemen. Verder werden de natuurlijke vijanden van de vos systematisch uitgedund en waren vossen weinig gegeerd voor hun pels.


Van 1973 tot 1988

Zodoende bereikte rabiës in 1974 opnieuw Nederland en vanaf dat jaar werd rabiës geregeld bij dieren gevonden in Groningen, Drenthe, Overijssel en Limburg. Door klopjachten op vossen kon de vossenpopulatie, en daardoor het rabiësvirus, goed onder controle gehouden worden, maar het was uiteindelijk door vaccinatie van de vossenpopulatie dat het aantal rabiësgevallen afnam. Sinds 1988 zijn er in Nederland geen gevallen van inheemse besmettingen geweest.


Officieel rabiësvrij verklaarde landen

Nederland is sinds 1991 officieel vrij verklaard van rabiës door het OIE-WAHIS (Office International des Epizooties – World Animal Health Information System). In Europa zijn ondertussen meerdere landen officieel vrij verklaard van rabiës:

NederlandZwitserlandVerenigd Koninkrijk
BelgiëLiechtensteinIerland
DuitslandOostenrijkDenemarken
LuxemburgItaliëFinland
FrankrijkVaticaanstadZweden
MonacoSan MarinoNoorwegen
AndorraMaltaIJsland
PortugalCyprusTsjechië

In Nederland komt rabiës alleen nog maar bij vleermuizen voor, dit betreft een milde variant en de kans op besmetting van de mens door vleermuizen is zeldzaam.


Vaccinatie van honden en katten tegen rabiës

Nederland is officieel vrij van rabiës en dat willen we graag zo houden. Daarom is het wettelijk verplicht dat honden en katten die de grens passeren tegen rabiës gevaccineerd zijn. Ga je vanuit Nederland met je huisdier de grens over? Dan dien je minimaal 21 dagen vóór vertrek te zorgen dat de vaccinatie toegediend is. Een enkele prik is vanaf de leeftijd van 12 weken voldoende en de vaccinatie is meestal 3 jaar geldig. Zorg je ervoor dat de rabiësenting vóór de verloopdatum herhaald is, dan hoef je niet opnieuw 21 dagen voor vertrek te wachten.

De wetgeving kan per land verschillen, waardoor ook bijvoorbeeld een titerbepaling vereist kan zijn. Op de website van het LICG kun je zowel de wetgeving per land binnen Europa als de wetgeving per land buiten Europa vinden. Het beste vraag je ook even aan de ambassade na wat de exacte wetgeving is. Dit kan ook belangrijk zijn als je daarna met je huisdier later weer terug naar Nederland wilt reizen.


Waarom illegale import van dieren gevaarlijk is voor de volksgezondheid

Als mens hebben we veel contact met onze hond of kat. Wanneer deze besmet met rabiës zou kunnen zijn vormt dat een gevaar voor de gezondheid van de mens. Door in landen waar rabiës nog voor komt de honden en katten tegen rabiës te vaccineren, vormt dat een buffer tussen mens en dier waardoor de gezondheid van mensen gewaarborgd blijft. De vaccinatie tegen rabiës bij hond en kat is dus zeker niet alleen bedoeld om de gezondheid van het dier te beschermen.

Helaas komen pups afkomstig van broodfokkers uit Oostbloklanden vaak illegaal de grens over en is de vaccinatie tegen rabiës niet in orde. Dergelijke pups kunnen potentieel besmet zijn met het rabiësvirus en vormen dus een bedreiging voor de volksgezondheid, een besmette pup kan immers de nieuwe eigenaar besmetten. In dat geval verliest Nederland ook de rabiësvrije status.