Franse hartworm


Bij de Franse hartworm hebben we het eigenlijk over de Angiostrongylus vasorum, ook wel de kleine hartworm genoemd. Deze worm lijkt namelijk veel op de gewone hartworm (Dirofilaria immitis) maar is 10 keer kleiner.


Toegenomen belang in Nederland

Vroeger was de Franse hartworm een infectie die honden vooral in het buitenland opliepen. Daardoor was er in Nederland niet veel aandacht voor. Door verandering van het klimaat en het toegenomen reizen met onze hond, maar ook doordat vossen (reservoir voor deze parasiet) steeds meer de door mensen bewoond gebied opzoeken, is de Franse hartworm een worminfectie waar we in Nederland nu, maar vooral in de toekomst, steeds meer rekening mee moeten houden.


Hotspots

Vroeger kwam de Franse hartworm in zogenoemde hotspots voor. De infectie en ziekte bij honden kwam voornamelijk in kleine gebieden voor. Zoals het noorden van Denemarken, het oosten van Ierland en het zuid-westen van Groot-Brittannië. Uit verschillende studies naar honden met klinische klachten is de afgelopen jaren (sinds 2003) gebleken dat de Franse hartworm in steeds meer gebieden voor komt. Zoals Duitsland, Nederland en België. In 2014 is in België voor het eerst Franse hartworm bij een hond vastgesteld die het in zijn eigen land had opgelopen.


Toekomstverwachtingen

Aan de hand van deze onderzoeken heeft men ook verwachtingen voor de toekomst bepaald. Daarin is vastgesteld dat in de nabije toekomst in o.a. Nederland en België de infectie en ziekte bij honden frequent zal voor komen. Dat is in onderstaande landkaarten te zien. In de linker afbeelding (a) is de situatie zoals in 2009 gegeven. In de rechter afbeelding (b) is een voorspellend toekomstmodel te zien. Wit is vrij van besmetting. Lichtgrijs betekent dat Franse hartworm zelden bij de hond voorkomt. Donkergrijs betekent dat de Franse hartworm endemisch is. En zwart houdt in dat ziekte door Franse hartworm vaak bij de hond gezien wordt. Zoals je in het rechter kaartje ziet zal Nederland bij de zwart gekleurde gebieden behoren.

Gebieden in Europa waar de Franse hartworm nu en in de toekomst aanwezig is.
Gebieden in Europa waar de Franse hartworm in 2009 (a) en in de toekomst (b) aanwezig is.

Levenscyclus

De Franse hartworm is een parasiet die via slakken op de hond wordt overgedragen. Een slak raakt met een wormlarve besmet. Wanneer een hond deze besmette worm opeet, dan kan deze larve in de darm van de hond vrijkomen. De wormlarve doordringt de darmwand en bereikt via o.a. het bloed uiteindelijk de grote bloedvaten van de longen. De volwassen vrouwelijke wormen zullen daar eitjes leggen. Uit deze eitjes komen larven die de kleine longblaasjes doordringen. De besmette hond hoest deze larven op en slikt ze door. Via de ontlasting komen de larven in de buitenwereld terecht waar ze slakken kunnen besmetten.

Het is echter ook mogelijk dat honden via de omgeving met de infectieuze larven besmet raken. Dus zonder tussenkomst van een besmette slak. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat de infectieuze larven de slak onder invloed van warmte en licht actief kunnen verlaten en zo in de omgeving terecht kunnen komen. Ook kan een hond besmet raken wanneer deze een vogel of knaagdier eet die een besmette slak gegeten heeft.

De levenscyclus van de Franse hartworm.
De levenscyclus van de Franse hartworm.

Symptomen van een besmetting

Een infectie met Franse hartworm kan onopgemerkt blijven, maar kan in 25% van de infecties bij de hond ook fatale gevolgen hebben. Honden kunnen algemeen ziek worden, stoppen met eten en vermageren. Omdat Franse hartworm in feite eigenlijk een longworm is kunnen klachten onstaan die verband houden met het ademhalingsstelsel. Bestaande uit chronisch hoesten en moeilijk ademen. Omdat de volwassen wormen in de grote bloedvaten van de longen verblijven kunnen hartklachten onstaan. Deze bestaan uit inspanningsintolerantie, flauwtes en acuut hartfalen met sterfte als gevolg. Doordat de parasiet schade aan weefsels veroorzaakt kunnen er ook bloedstollingsstoornissen optreden met bloedingen als gevolg. Zoals blauwe plekken, bloedneus, bloed ophoesten, bloed in de ontlasting/urine en hersenbloedingen. Heel af en toe kunnen de wormen ook ergens in het lichaam terecht komen waar ze normaal gesproken niet horen te zijn, zoals in de blaas, nieren, hersenen of de voorste oogkamer.


Welke honden lopen het meeste risico?

Vooral honden jonger dan 1 jaar kunnen besmet raken. Jonge honden ontdekken graag de wereld en daarbij kunnen ze per ongeluk wel eens een slak opeten. Daarnaast lopen honden die voor de jacht gebruikt worden ook meer risico.


Hoe voorkom ik dat mijn hond met Franse hartworm besmet raakt?

Allereerst door te voorkomen dat je hond slakken eet. Honden die een verhoogd risico op infectie hebben, dat zijn honden jonger dan 1 jaar en jachthonden, worden het best maandelijks met een geschikt ontwormingsmiddel behandeld (spot-ons met imidacloprid/moxidectine of tabletten met milbemycine). Wanneer in de toekomst de Franse hartworm inderdaad in Nederland frequent voor zal komen, dan kan het het advies worden dat alle honden een verhoogd risico op infectie hebben en dat dus alle honden het beste maandelijks preventief behandeld worden.


Reizen naar het buitenland

Zoals je hierboven op het linker kaartje van Europa kunt zien, komt de Frans hartworm momenteel in sommige gebieden meer voor dan in Nederland. Deze gebieden zijn donkergrijs en zwart gekleurd. Reis je met je hond naar die gebieden? Dan loopt je hond een verhoogd risico en neem je het beste preventieve maatregelen door je hond maandelijks met een geschikt ontwormingsmiddel te behandelen (spot-ons met imidacloprid/moxidectine of tabletten met milbemycine).

Bezoek de website van ESCCAP Benelux voor meer informatie, richtlijnen en adviezen.