Wormpreventie is eigenlijk geen goede benaming, want worminfecties bij onze honden en katten zijn niet te voorkomen. Het wordt ook wel vaker ontwormen genoemd, maar dat is eigenlijk ook geen correcte term. Het is dus lastig om er een korte en meer juistere benaming aan te geven. Wat we hier gaan bespreken gaat over het zoveel mogelijk voorkomen en in de hand houden van worminfecties bij onze hond en kat.
Waarom zijn worminfecties bij onze honden en katten zo moeilijk te voorkomen?
Allereerst omdat honden en katten op blote voeten lopen en op plaatsen komen waar andere honden en katten hun behoefte hebben gedaan. Als een hond met darmwormen zijn ontlasting op een grasveldje achterlaat, dan kunnen de wormeieren in de ontlasting andere honden besmetten. Daarvoor hoeft je hond niet persé door een vieze hondendrol te lopen. Door een regenbui en de gemeentelijke grasmaaier raken wormeieren gemakkelijk over veldjes verspreid. Likt een hond na een wandeling de eitjes van zijn poten, dan komen de eitjes in de darm terecht en kunnen deze daar tot volwassen wormen ontwikkelen. Daarnaast kunnen honden en katten, door het eten van rauw vlees (o.a. prooidieren, zoals muizen) en slakken ook besmet raken met wormen.
Wat is er eigenlijk zo erg aan worminfecties?
De meeste infecties hebben geen ernstige gevolgen voor een hond of kat. Meestal kan alleen een infectie met een groot aantal wormen slechte gevolgen voor een hond of kat hebben. Iets wat vooral bij jonge pups en kittens gezien wordt. Problemen als diarree, een slechtere lichaamsconditie en een slechte vacht zijn mogelijke klachten die kunnen veroorzaakt worden door darmwormen.
Een uitzondering vormt de Franse hartworm. Dit is een worm die in Nederland pas de laatste jaren meer bij honden en katten gezien wordt en waarmee we ook in de nabije toekomst meer rekening moeten gaan houden. Kijk voor meer informatie hierover in ons hoofdstuk ‘Franse hartworm’. Bij deze wormen kan een klein aantal wel al voor hele vervelende klachten zorgen aangezien de worm ter hoogte van de bloedvaten rond het hart en ademhalingwegen leeft.
Daarnaast zijn een aantal wormen ook voor mensen besmettelijk en deze wormen kunnen klachten veroorzaken, soms zelfs best wel ernstig. Schenk je geen aandacht aan de mogelijkheid dat je hond of kat met wormen besmet kan zijn, dan zou je via je eigen hond of kat een wormbesmetting op kunnen lopen. Vooral kinderen hebben daar meer kans op, omdat ze meestal intensiever contact hebben met hun huisdier.
Wat kun je doen om worminfecties bij je hond, kat en jezelf te voorkomen?
1. Periodiek ontlastingsonderzoek of periodiek ontwormen van je huisdier
Een worminfectie is niet met het blote oog vast te stellen, de darmwormen leven immers in de darm van je hond of kat. De eitjes die ze produceren en met ontlasting naar buiten komen zijn alleen met een microscoop zichtbaar. Voor het onderzoek naar darmwormen zijn twee soorten onderzoeken mogelijk: via microscopisch onderzoek naar wormeieren en via een antigenonderzoek in een extern laboratorium. De tweede genoemde is gevoeliger omdat daarmee ook worminfecties gevonden kunnen worden van wormen die (nog) geen eieren produceren. Wordt er een infectie gevonden dan kan ontwormd worden.
Een tweede mogelijkheid is om zonder voorafgaand onderzoek periodiek te ontwormen. Had je hond of kat op het moment van ontwormen geen darmwormen? Dan had het ontwormen eigelijk geen nut. Maar mocht je hond of kat op dat moment wel darmwormen hebben. Dan worden ze gedood en stopt de productie van wormeieren en dus stopt dan ook de mogelijkheid om de infectie te verspreiden naar andere dieren en mensen.
Een veel voorkomend misverstand. Met ontwormingsmiddelen kun je alleen aanwezige darmwormen behandelen, je kunt je hond of kat daarmee NIET tegen infecties beschermen.
Hoe vaak een periodiek ontlastingsonderzoek of ontworming jaarlijks dient te gebeuren hangt af van de levensstijl van je huisdier. Het is handig om hierbij het diagram van ESCCAP te doorlopen.
ESCCAP diagram volwassen honden
Zoals je in het diagram kunt zien wordt helemaal rechts, in het rood, de vraag gesteld of je hond leeft in een endemisch gebied van vossenlintworm. Daarmee worden regio’s bedoeld waar deze darmparasiet veel voor komt. We leggen dit uit binnen het hoofdstuk ‘Lintwormen’. Daar kun je dus ook nakijken of je in een dergelijk gebied woont. Binnen Nederland is Limburg een endemisch gebied voor de vossenlintworm.
ESCCAP diagram volwassen katten
2. Hygiëne
- Ontlasting opruimen: Ruim de ontlasting van je hond tijdens het uitlaten op en gooi deze in de afvalbak. Gebruik niet de putjes op straat, want zo raakt de afvoer van het regenwater verstopt. Bij katten haal je elke dag de ontlasting uit de kattenbak en deze voer je via het restafval af.
- Geen rauw vlees: Honden en katten die rauw vlees eten of prooidieren kunnen vangen lopen meer risico op worminfecties. Dit wordt dan ook het best voorkomen, gedacht kan worden aan knaagdierbestrijding.
- Geen slakken: Vooral jonge honden durven nog wel eens slakken op te eten. Dit wordt het beste voorkomen omdat slakken drager kunnen zijn van de Franse hartworm. Eventueel kan gedacht worden aan slakkenbestrijding.
- Vlooienpreventie: vlooien drager kunnen zijn van lintwormen. Vlooienpreventie draagt bij aan het voorkomen van lintworminfecties bij je hond of kat.
- Tuinieren, zandbakken en handen wassen: omdat katten ook graag hun behoefte doen in de tuin draag je bij het tuinieren het beste handschoenen. Zandbakken voor kinderen worden buiten gebruik het beste afgedekt en kinderen moeten uiteraard hun handen wassen na het buitenspelen.
3. Ontwormingsschema pups en kittens
Vrijwel alle pups en kittens raken besmet met spoelwormen. Hoe dat zo kan leggen we uitgebreid uit bij de ‘Spoelwormen‘. Daarom worden pups en kittens middels een vast ontwormingsschema ontwormd.
- Pups op de leeftijd van: 2, 4, 6 en 8 weken. De moeder wordt op dezelfde momenten ook ontwormd. Daarna 2 weken na het verlaten van het nest en vervolgens maandelijks t/m de leeftijd van 6 maanden.
- Kittens op de leeftijd van: 3, 5, en 7 weken. De moeder wordt op dezelfde momenten ook ontwormd. Daarna 2 weken na het verlaten van het nest en vervolgens maandelijks t/m de leeftijd van 6 maanden.
Bezoek de website van ESCCAP Benelux voor meer informatie, richtlijnen en adviezen.