Wanneer is vastgesteld dat jouw teef zwanger is kunnen er voorbereidingen getroffen worden zodat de dracht en de bevalling zo goed mogelijk verloopt.
DE LAATSTE TWEE WEKEN VAN DE DRACHT
Tijdens het laatste trimester van de dracht maken de ongeboren pups een ware groeispurt door. Daardoor is de energiebehoefte van de teef in deze periode sterk gestegen, terwijl de ruimte voor voeding door de toegenomen omvang van de baarmoeder juist sterk beperkt is.
Voeding van de teef aanpassen
In de laatste 2 tot 3 weken voor de dracht dient de aanstaande moeder daarom een geconcentreerde en zeer verteerbare voeding met voldoende energie te krijgen. Puppyvoeding leent zich hier perfect voor omdat deze energierijker, geconcentreerder en verteerbaarder is dan normale hondenvoeding.
Zorg er daarbij voor dat de voeding vanaf dat moment ook niet meer in maaltijden gegeven wordt maar dat de voeding de hele dag onbeperkt beschikbaar staat. Voor honden van reuzenrassen, zoals de Duitse Dog, kan het beste vanaf het begin van de dracht de voeding al onbeperkt beschikbaar staan. Bij drachtige teven van reuzenrassen wordt namelijk vaker gezien dat zij moeite hebben om hun gewicht gedurende de dracht op peil te houden. Natuurlijk dient overvoeding ook voorkomen te worden omdat bij overgewicht vaak sprake is van een moeilijkere bevalling.
Een veel gemaakte fout is verder het geven van calciumsupplementen, deze zijn gedurende de dracht absoluut verboden.
Voldoende beweging
Met een dikke, zware buik is wandelen natuurlijk niet meer zo gemakkelijk voor de teef. Zorg er daarom voor dat de teef tijdens de laatste fase van de dracht toch voldoende beweging krijgt.
Werpkist klaarmaken
Twee weken voor de uitgerekende datum kan de werpkist het beste al klaar staan. Deze werpkist dient aan de zijkant een opstaande rand te bevatten. Zo is de kans dat de moeder tijdens het persen een geboren pup dooddrukt kleiner. Verder bestaat een werpkist ook uit voldoende dekens (en tijdens de bevalling ook kranten). Het beste kan er boven de werpkist ook een warmtelamp gehangen worden. Afhankelijk van de reactie van de pups (te warm, te koud) dient deze hoger of lager gehangen te worden.
DE NADERENDE BEVALLING
Ergens gaat de dag van de bevalling aanbreken. Hoe kun je weten dat het staat te gebeuren?
Gedragsveranderingen en start melkgifte
Het bepalen van het moment van bevallen aan de hand van de zwelling van de melkklieren, beginnende melkgifte en gedragsveranderingen is niet zo nauwkeurig. Ze kunnen al 7 dagen voor de bevalling waargenomen worden.
Temperaturen vanaf dag 55
Het tijdstip van de bevalling kan het beste en betrouwbaarst bepaald worden door de lichaamstemperatuur van de teef vanaf dag 55 van de dracht op te volgen.
Vanaf die dag wordt de lichaamstemperatuur twee keer per dag opgenomen en genoteerd en dit een half uur voor het eten en uitlaten en steeds op dezelfde tijdstippen. Indien de temperatuur met 1-2°C zakt tot 37,5-36,5°C, dan zal de bevalling binnen 12 tot 24 uur plaatsvinden. Dit is echter wel afhankelijk van het ras (klein ras: 35°C – groot ras: 37°C). De laagste lichaamstemperatuur wordt 8-24 uur voor het werpen waargenomen.
Groene vaginale afscheiding
Wanneer je dit opmerkt dan kun je binnen 1 tot 2 uur de bevalling verwachten.
DE BEVALLING
Voor een vlotte bevalling is het belangrijk om te zorgen dat de teef veel rust heeft en weinig stress ervaart. Een overbezorgde eigenaar en een drukke omgeving kunnen de bevalling bemoeilijken en langer laten duren.
Fase 1 (6-12 uur)
Tijdens de eerste fase vindt de lichamelijke voorbereiding op de geboorte van de pups plaats. De baarmoedercontracties, die overigens uitwendig niet zichtbaar zijn, zorgen er voor dat de ophangbanden en de geboortewegen gaan ontspannen. Verder vertoont de teef gedragsveranderingen. Ze is onrustig, kijkt geregeld naar haar flanken, maakt een nestje, ze eet niet meer, kan zelfs gaan braken en ze hijgt, rilt en jankt. Aan de vulva kan wat dikke uitvloei te zien zijn. Sommige teven kunnen echter weinig tot geen symptomen vertonen. Bij teven die een eerste nestje verwachten kan deze fase 36 uur duren.
Fase 2 (3-12 uur)
Dit is de uitdrijvingsfase van de bevalling bij de teef, welke begint bij het breken van het vruchtwater. De teef ligt in deze fase meestal op haar zij, de persbewegingen zijn nu wel te zien en ze is actief aan het persen.
De eerste pup wordt meestal 4 uur na de start van de tweede fase geboren. De tijd tussen de geboorte van twee pups varieert tussen de 5 en 120 minuten. De geboorte van de eerste pup duurt altijd het langst. Tijdens de geboorte scheurt het allantoïsvlies en de pups worden in het amnionvlies geboren. De teef scheurt dit vlies stuk, bijt de navelstreng door en begint de pup te wassen waardoor de ademhaling gestimuleerd wordt.
Fase 3
Tijdens deze fase wordt de placenta uitgedreven. Dit kan 5 tot 15 minuten na de geboorte van de pup gebeuren maar de placenta kan ook samen met de geboorte van de pup uitgedreven worden. De placenta’s worden meestal door de teef opgegeten. Zorg er echter wel voor dat ze niet teveel placenta’s eet aangezien dit tot braken en diarree kan leiden.
Redenen om de dierenarts in te schakelen:
– te lange draagtijd (> 76 dagen (1-2 pups) / >71 dagen (3 of meer pups))
– temperatuursdaling zonder tekenen van geboorte
– groene uitvloei maar geen geboorte binnen 2 tot 3 uur
– meer dan 4 uur tussen de geboorte van 2 pups
– zwakke weeën gedurende 2 tot 3 uur zonder vordering van de bevalling
– krachtige contracties gedurende 20 tot 30 minuten
– abnormale vaginale uitvloei
OPVOLGING MOEDER NA DE GEBOORTE
Voor de moederhond is de dracht en de bevalling een spannende periode waarin vanalles mis kan gaan. Het is dus zeker niet onbelangrijk om de moeder na de bevalling goed op te volgen.
Vlak na de bevalling is het normaal dat de lichaamstemperatuur van de moeder tot een aantal dagen na de bevalling verhoogd is naar 39,2 °C. De lichaamstemperatuur mag echter nooit meer dan 39,5 °C zijn, dat geldt in alle weken na de bevalling.
In de periode na de bevalling geeft de moeder melk en dat vergt veel voedingsstoffen, vocht en energie. Het advies is daarom in de periode na de bevalling onbeperkt water en puppyvoeding voor de moeder beschikbaar te stellen. Bij een zeer klein nestje dat slechts uit een of twee pups bestaat kan de voeding beter in verschillende maaltijden gegeven worden. De hoeveelheden zijn 2 tot 3 maal verhoogd. Wanneer de pups zelfstandig vaste voeding beginnen te eten, en dus minder melk bij de moeder drinken, kan de voeding van de moeder teruggebracht worden. Dat zal zo rond de vijfde week na de bevalling zijn.
Eerste week na de bevalling
- Vaginale uitvloei: helder, rood en geurloos.
- Melk: vlak na geboorte wit/geel van kleur, later grijs/wit en wateriger. Zelden is er wat bloed aanwezig.
Tweede week na de bevalling
- Vaginale uitvloei: helder, roze en geurloos.
- Melk: grijs/wit en waterig. Zelden is er wat bloed aanwezig.
- Ontwormen
Derde week na de bevalling
- Vaginale uitvloei: dient helder, doorzichtig en geurloos te zijn.
- Melk: grijs/wit en waterig. Zelden is er wat bloed aanwezig.
Vierde week na de bevalling
- Vaginale uitvloei: gestopt of afgenomen.
Vijfde week na de bevalling
- Vaginale uitvloei: gestopt.
- Schakel geleidelijk over op normale voeding
Redenen om de dierenarts in te schakelen zijn
– een lichaamstemperatuur van de moeder boven 39,5 °C
– een troebele, stinkende en/of vaginale uitvloei die langer dan 4 weken aanwezig blijft
– melk met een afwijkende kleur en/of geur
– gezondheidsproblemen bij de moeder
OPVOLGING PUPS NA DE GEBOORTE
Na de geboorte is het belangrijk om ook de gezondheid van de pups goed in het oog te houden. We zullen dit uivoerig bespreken op onze pagina ‘Verzorging van een Nestje Pups’.