Hepatozoönose


Hepatozoönose wordt veroorzaakt door een eencellige parasiet met de naam Hepatozoon canis. Het is een ver neefje van Babesia canis, ook een ééncellige parasiet die via teken op honden wordt overgedragen. De ziekte hepatozoönose werd voor het eerst in 1905 in India door James beschreven. In 1907 werd vervolgens ontdekt dat deze ziekte door de teek Rhipicephalus sanguineus, ook wel de bruine hondenteek genoemd, op honden wordt overgedragen. Deze teek komt in Nederland niet veralgemeend voor. Het leefgebied van de bruine hondenteek bestaat voornamelijk uit de zuidelijke delen van Europa. Dat is dan ook de reden waarom de ziekte hepatozoönose in Nederland vooral honden treft die in gebieden zijn geweest waar de besmette tekensoort leeft.

Hepatozoönose kan ontstaan na het oplikken van een besmette teek.
Hepatozoönose kan ontstaan na het oplikken van een besmette teek.

Het reizen samen met onze hond is de afgelopen decennia steeds populairder is geworden. Ook worden steeds vaker honden uit besmette gebieden in Nederland geadopteerd. Daradoor is hepatozoönose een ziekte waar we in Nederland steeds meer rekening mee moeten houden. In de kaart hieronder is te zien in welke delen van Europa de bruine hondenteek voorkomt en waar je hond dus risico loopt om met Hepatozoon canis besmet te raken. Dat is overigens hetzelfde gebied waar een hond ook een verhoogd risico op een infectie met Ehrlichiose heeft. Aangezien deze bacterie ook door de bruine hondenteek wordt overgedragen op honden.

Verspreidingsgebied van de teek Rhipcephalus sanguineus, mogelijk drager van hepatozoönose.
Verspreidingsgebied van de teek Rhipcephalus sanguineus in Europa.

Hoe raakt een hond besmet?

In tegenstelling tot de andere ziektes die teken kunnen overdragen vindt de besmetting niet plaats tijdens een tekenbeet. De hond besmet zich door een besmette teek op te likken. Dat kan gebeuren wanneer een besmette teek zich in de vacht van de hond bevindt. De parasiet in de teek komt in het spijsverteringsstelsel van de hond vrij en doordringt dan de darmwand. In de hond zelf infecteert de parasiet vervolgens witte bloedcellen en dan voornamelijk de zogenoemde neutrofielen.


Welke klachten ontstaan er bij de hond?

Een hond met hepatozoönose is algemeen ziek en kan bloedarmoede vertonen. De prognose hangt af van het aantal parasieten die in het bloed aanwezig zijn. Wanneer dat er weinig zijn dan is de prognose goed. Zijn het er heel veel, dan is de ziekte bij honden ondanks behandeling meestal snel fataal. Honden met hepatozoönose zijn vaak ook door andere bacteriën en parasieten besmet die teken overdragen, zoals Babesiose en Ehrlichiose. De aanwezigheid van deze co-infecties hebben ook een invloed op de prognose voor honden met hepatozoönose.


Hoe kan infectie voorkomen worden?

Het beste is om je hond gewoon thuis te laten en niet op reis mee te nemen. Is dit niet gewenst of niet mogelijk? Dan is het belangrijk om je hond met een product te behandelen die teken op de hond snel doodt. Tenslotte is er voor infectie geen tekenbeet nodig.

Bezoek de website van ESCCAP Benelux voor meer informatie, richtlijnen en adviezen.